De Voorste Venne

De Voorste Venne is in 1972 gebouwd als museum en autotentoonstelling bekend onder de naam Autotron. Het gebouw is ontworpen door Anton Pieck. De Gemeente Heusden heeft besloten tot een revitalisering van Cultureel Centrum De Voorste Venne te Drunen. Het ontwerp voorziet in het vernieuwen van de theaterzaal, herindelen van de 4 vleugels met studio’s, oefenruimten en zalen, en het realiseren van nieuwe gemeenschappelijke ruimte met café, centrale entree en balie. Het oorspronkelijk langgerekte gebouw met verschillende hoven en een binnentuin wordt gedeeltelijk afgestoten. Het programma concentreert zich compact in het overgebleven carré met binnentuin.

In de verbouwde Voorste Venne zullen de oorspronkelijke kleuren terugkeren op de buitenmuren, de houten betimmeringen en de kozijnen en deuren. Vaalblauw, zandgeel, licht- en donkergroen, de kleuren die Anton Pieck begin jaren zeventig voor ‘zijn’ Autotron uitkoos, zullen ook het gerenoveerde cultureel centrum opsieren. Voor de kleurbepaling is samengewerkt met de Efteling, waar ze ook de oude kleuren willen terugbrengen. Naast deze Pieck-kleuren, worden vooral rustige tinten toegepast. Op de wanden en muren worden donkere en lichte vlakken toegepast. De combinatie daarvan is voor iedere ruimte anders. Waar mogelijk blijven de houten spantconstructies zichtbaar.

Een belangrijk element van deze verbouwing is het verplaatsen van de hoofdentree vanuit de woonwijk naar de zijde van de parkeerplaats. Aan de binnenzijde sluit de nieuwe toegang aan op een verbindende gang rondom de binnentuin. Op elk van de vier hoeken van het gebouw ligt een grote zaal. Dit zijn de theaterzaal, de evenementenzaal, de danszaal en popzaal Utopia. Waar mogelijk maakten we de kapconstructie weer in het zicht.

In het interieur springen de originele ruwe houten kolommen en spanten meteen in het oog. Bij de inrichting gebruikten we materialen uit de directe omgeving. In de gemeente Heusden waren veel mandenmakers en leerlooierijen en in Drunen werd bij Lips messing gegoten. Hout, leer en metaal komen daarom veel voor. Kunstenares Laura Hoek ontwierp voor verschillende ruimten collages die als behang of als akoestisch doek zijn toegepast.